Vertaaltheorie en -Praktijk: de Klassieken. Onderwerpen

cursus home   —  onderwerpenvertaalprojecten – ‘vingeroefeningen’

Het vak ‘Vertaaltheorie en -praktijk: de klassieken’ vertrekt vanuit een op het eerste zicht eenvoudige vraag: wat is ‘vertalen’? Al gauw blijkt het antwoord niet vanzelfsprekend en wordt duidelijk dat vertalen een uitermate gevarieerd en rijk begrip is dat zich niet zomaar in een eenduidige definitie laat vatten. Niet alleen illustreert het vak dat vertalen als concept in verschillende culturen en over tijdsperioden heen erg uiteenlopende invullingen heeft gekregen; ook in het hedendaagse literaire vertaallandschap rond teksten in klassieke talen heersen verschillende en soms tegenstrijdige opvattingen die geresulteerd hebben in diverse vertalingen, regelmatig ook van één en dezelfde tekst.

Zelf kiezen we voor een vrij open begrip van vertalen als zijnde een selectieve adaptatie die bepaalde, maar nooit alle aspecten van een brontekst tracht te recreëren in een nieuwe tekst, bijvoorbeeld op vlak van inhoud, connotatie, stijl, generisch opzet, functie en/of pragmatisch effect. Daarbij leggen we de nadruk op de rol van de vertaler als een actieve bemiddelaar tussen verschillende culturen. Deze mediërende rol wordt onder meer onderzocht in colleges met betrekking tot het vertalen van sociaal gevoelige onderwerpen, vertalen voor kinderen, het vertalen van poëtische vormen, etc. Intussen verwerven de studenten de theoretische en conceptuele middelen die zij nodig hebben om te reflecteren op de/hun eigen vertaalpraktijk en om bestaande vertalingen te analyseren en beoordelen.

Om de veelzijdigheid van het vertalen te illustreren wordt met de steun van het CLIV ook jaarlijks een open gastpanel georganiseerd. De panelleden komen uit verschillende beroepssectoren zoals de vertaalwereld, de theater- of filmwereld, culturele antropologie, receptiestudies, etc. Zij krijgen allemaal hetzelfde fragment uit een Latijnse of Griekse tekst voorgelegd. Tijdens het panel lichten ze toe hoe zij vanuit hun eigen professionele achtergrond de tekst zouden ‘vertalen’ naar een hedendaags publiek.

De studenten leggen voor dit vak geen examen af, maar worden beoordeeld op basis van:

  1. deelname aan online oefeningen en discussies
  2. ‘vingeroefeningen’ die hen meteen confronteren met de uitdagingen van het literair vertalen
  3. een groepswerk waarin zij een recente literaire vertaling van een Latijnse of Griekse tekst analyseren en beoordelen
  4. een eindwerk waarin zij een eigen literaire vertaling creëren, deze duiden en inbedden in een populariserende tekst, en een bijhorend academisch essay schrijven waarin zij theoretisch en programmatisch reflecteren op hun vertaalproject

Concreet komen in de cursus ‘Vertaaltheorie en -praktijk: de klassieken’ de volgende onderwerpen aan bod:

  • problematisering van het concept ‘vertalen’
  • geschiedenis van het literair vertalen, oudheid tot heden
  • vertalen als culturele mediatie
  • taalkundige, literaire en culturele analyse van brontekst/-cultuur en doeltekst-/cultuur
  • formeel beschrijven van verschuivingen
  • vertaalverantwoording en procesreflectie
  • vertalen van historische literaire vormen in proza en poëzie
  • impact van het doelpubliek (bv. vertalen voor kinderen en jongeren)
  • vertalen van sociaal gevoelige onderwerpen
  • sociologische analyse van het hedendaagse vertaalveld